Mijn moeilijke gevallen.
Je snapt wel dat je als coach verhalen te horen krijgt van mensen die super triest zijn. Mensen die zijn verkracht in de kinderjaren, mensen die opgesloten werden in de kelder, mensen waarbij een ouder de glazen asbak met regelmaat door de kamer gooit richting het kind of mensen van mensen die alcoholist zijn. En ouders die schreeuwend tegenover hun eigen kinderen staan dat ze nu echt moeten beseffen dat kanker de ouder opvreet en dat ze echt dood gaan.
Soms is het lastig om daarmee om te gaan, ik leef me namelijk echt in om ze echt te kunnen begrijpen, tegelijkertijd moet ik het ergens ook weer loslaten omdat ik anders niet kan helpen. Tussen al die heftige verhalen door gebeuren er ook echt prachtige dingen. Mensen die in hun relatie weer de verbinding durven toe te laten, weer rust en licht en troost kunnen vinden bij de ander. Mensen die hun ziekte werkelijk kunnen omarmen, mensen die hun eigenwaarde terugvinden, mensen die zelfvertrouwen herstellen en mensen die een lach kunnen toelaten omdat het zelfbeeld positief wordt!
Van de week was ik ook bij een stel die heftig discussiëren met elkaar vanuit frustratie, onmacht en onbegrip. Mensen die vragen stellen waar ze het antwoord al op weten en niet meer kunnen luisteren naar wat de ander zegt. Gevoelens en emoties worden onmiskenbaar in heftige mate getoond, machteloosheid, angst, paniek, stress, boosheid, verdriet, pijn…beide roepende dat het kind wat nog geen jaar oud is, van belang is….in het bijzijn van dat zelfde kind.
Als coach wordt er dan een beroep op je gedaan, het is namelijk makkelijk hier een oordeel over te hebben, maar ik weet als geen ander dat dat oordeel geen waarde heeft. Ik weet dat de mensen zoals in een geval als dit handelen vanuit machteloosheid. Bij mij wordt alle kennis die ik heb aangewend, ga ik veel van mezelf vragen in wie ik ben en wat ik doe. Kennis die ik wekelijks uiteen aan het zetten ben in mijn blogs heb ik hier op het juiste moment in de juiste volgorde nodig. Soms loop ook ik tegen mijn grenzen aan dat ik de situatie niet kan doorbreken zoals ik graag zou willen, dat is dan gelijk mijn motivatie om beter te worden in dat waar ik goed in ben.
In dit geval trekt de kleine in zijn loopstoel mijn aandacht…zijn grote bruine kijkers triggeren bij mij een gevoel. Hij vraagt mij in mijn beleving naar hem toe te komen, ik geef daaraan toe, ik luister naar dat gevoel. Ik laat de ouders met elkaar in discussie, sta op van de bank, loop naar hem toe en zak door mijn knieën. De ouders hebben geen idee wat er buiten de discussie van hen om gebeurd, zij zijn aan het proberen de ander te overtuigen, onbegrip aan het uiten. Als ik voor het mannetje zit en hem in zijn ogen kijk, zie ik een enorme rust gecombineerd met een vraag: “wil je mij helpen”. Dat raakt me, mijn wereld wordt even kleiner en de ruzie van het stel verdwijnt op de achtergrond. Het kleine mannetje lacht naar mij tegelijkertijd zeggen zijn ogen iets anders. Het is duidelijk voor mij dat hij lacht om verbinding met mij te krijgen, alsof dat nodig is. Bij mij werkt dat anders, ik weet namelijk al dat hij dat wil, hij hoeft niet te lachen en ik zie dat hij dat begrijpt. Er is verbinding.
Gevoelsmatig krijg ik het idee dat hij mij verteld dat het allemaal goed gaat komen. Ik ben geneigd te denken dat ‘goed’ betekent dat de ouders weer een liefdesrelatie zullen krijgen, maar ben me gelijktijdig bewust dat dat iets is wat ik zou ‘willen’, en niet perse hoeft te betekenen dat dat ook gaat gebeuren. Een ding is zeker…de ‘kleine’ man weet mij te verleiden de uitspraak te doen: “Ik ga proberen jou te helpen”….en als ik dat zeg, trekt hij zijn mondhoeken op…niet vanuit een lach, maar vanuit de gedachte “Dat weet ik”..
Ik blijf nog een paar seconden in dat moment zitten, langzaam komt de discussie die de ouders nog heftig aan het voeren zijn weer binnen. Toch is er nu iets anders. Ik sta op, ik voel me anders dus ik doe het anders. Ik doorbreek de situatie, ik maak het klein, en we komen tot een eerste afspraak. Ik ben trots op de ouders! Zij komen nu echt tot een afspraak en ik zie dat als een stap in de goede richting van het gezamenlijke doel. In mijn ogen heb ik hier te maken met een goede moeder en een goede vader. Ik wil duidelijk stellen dat als ik denk dat de kleine hier werkelijk in een onveilige situatie zou zitten, ik daar melding van zou maken, maar dat is niet het geval. Ik zie namelijk twee mensen die echt het beste voor hebben met het kind, mensen die het niet lukt om hun eigen angst de baas te blijven. Ouders die naar elkaar misschien hard doen, maar richting het kind echt heel zacht zijn.
Ongeveer 15% van mijn relatie gebonden vragen heeft een kind onder de 3 jaar. Mensen die zich niet bewust waren met welke persoonlijke ontwikkelingsvragen ze zelf liepen voordat ze een relatie starten of aan kinderen begonnen. Mensen die door de relatie of door loyaliteit naar de kleine, geconfronteerd worden met zichzelf, en daar de ‘schuld’ van bij de ander te leggen.
We zijn geneigd als ouder tegen een kind te zeggen: “Je moet nog veel leren”. Maar is dat wel zo? Is het het werkelijk het kind wat nog veel moet leren?
Ik zo het fijn vinden als je dit bericht wil delen, misschien voorkomen we daarmee dat er een kind minder bij mij komt over 30 jaar.
ZELFbewustzijn als LIFE & RELATIECOACH, PRIVE EN ZAKELIJK
Leuk om te lezen? Geen van deze blogs missen en de laatste in je mailbox? Abonneer je dan nu hieronder.